Het is vergeelde herinnering uit het begin van de jaren ’60. Ik kom voor het eerst in mijn leven aan de Noordzee – ik zal ongeveer 8 jaar zijn geweest – en we gaan op de pier van Scheveningen een kroket eten, met witbrood en mosterd. De pier was net klaar en lag er schitterend bij. De zon scheen, er stonden honderden rotan badstoelen op het strand en ik bewaar nog steeds enkele foto’s die mijn vader toen van ons maakte.
Gisteren was ik terug op de pier. Ik ben er sinds mijn kindertijd maar een paar keer even geweest. Het zijn treurige tijden voor de pier. Alle winkeltjes, voor zover ze er nog waren, worden leeg geruimd. Hier en daar dwalen wat mensen rond voor een afscheidsbezoek. Ik klim naar het uitzichtplatform, waar je de laatste jaren een bungejump kon doen, en kijk naar het Kurhaus en de omliggende hoogbouw van Scheveningen. Mijn vader zou het Kurhaus herkennen maar de rest van de gebouwen niet. De pier natuurlijk wel. Die hoort er te zijn zoals de Euromast in Rotterdam hoort te staan. Het is best mogelijk dat de dagen van de pier definitief zijn geteld. Brandgevaarlijk verklaard en het opknappen en onderhoud wordt te duur geacht. Overal zit roest, planken liggen los, muren zijn beklad en hier en daar vangt een emmer het water uit een lekkende leiding op. Maar het uitzicht blijft schitterend. Blij dat ik toch nog even langs gekomen ben voor een mooie fotoserie.
Let op: Het is niet toegestaan foto’s van deze blog te kopiëren en te publiceren zonder toestemming.
Klik op een foto voor vergroting